Borstvoeding bij prematuren
Dit boekje geeft u informatie over borstvoeding aan uw te vroeg geboren baby (prematuur), die is opgenomen op de kinderafdeling. Het is een aanvulling op het boekje “Borstvoeding en kolven”. Beide boekjes samen maken uw beeld van borstvoeding compleet.
Heeft u het boekje “Borstvoeding en kolven” nog niet gekregen, vraag er dan gerust naar.
U kunt de boekjes meenemen zodat u ze (thuis) nog eens rustig kunt nalezen.
Om de leesbaarheid van dit boekje te bevorderen is er voor gekozen om hij te gebruiken in plaats van hij/zij en zijn in plaats van zijn/haar.
Voordelen voor moeder en kind
In het boekje “Borstvoeding en kolven” zijn al de voordelen van het geven van borstvoeding voor zowel moeder als kind genoemd. Voor de prematuur komen daar de volgende voordelen nog bij:
- De moedermelk, de moedermelk die een moeder maakt voor een te vroeg geboren kind, is anders van samenstelling dan de rijpe moedermelk die een moeder maakt als ze omstreeks de uitgerekende datum bevallen is. Na de eerste twee tot vier weken is de samenstelling ongeveer hetzelfde als de melk van een vrouw die op tijd bevallen is.
- De premature moedermelk bevat de eerste weken meer vetten, eiwitten, mineralen en antistoffen (die bescherming bieden tegen infecties waarvoor prematuren juist extra gevoelig zijn) dan de melk van op tijd bevallen vrouwen.
- De eiwitten in de moedermelk zijn lichter verteerbaar en worden beter opgenomen door het maagdarmkanaal dan kunstvoeding.
- Moedermelk bevat het enzym lipase waardoor het melkvet beter wordt geabsorbeerd. Dit komt de groei van het kind ten goede, wat bij een prematuur natuurlijk extra belangrijk is.
- Moedermelk is ook waardevol bij de ontwikkeling van de longen en hersenen.
Bovendien kost het aan de borst drinken kinderen minder energie dan drinken uit de fles.
Moedermelk biedt dus veel extra’s die uw kind hard nodig heeft. Moedermelk is een perfecte manier om uw baby op een natuurlijke manier te beschermen.
Het geven van borstvoeding is een van de dingen die u als moeder zelf kunt doen. Als u kind groeit door uw melk geeft dat voldoening en zelfvertrouwen. Het geven van borstvoeding kan u helpen de vroeggeboorte te verwerken.
Het geven van borstvoeding
Borstvoeding geven
Wat betekent het geven van borstvoeding praktisch voor u? Borstvoeding geven aan een prematuur vraagt wat meer tijd, geduld en inspanning van u. Soms kan niet meteen borstvoeding worden gegeven (zie 2.2). Een prematuur moet leren aan de borst te drinken. U kunt hem daarbij helpen (zie 2.3). Tenslotte kan hij echt aangelegd worden (zie 2.4)
Uw motivatie en doorzettingsvermogen zijn van doorslaggevende betekenis om borstvoeding te (blijven) geven. GEDULD en LIEFDE zijn de sleutelwoorden. Als uw kind op de kinderafdeling opgenomen is, betekent dit vaak een hectische tijd voor u en uw gezin. Het is daarom erg belangrijk dat u ook aan uzelf blijft denken. Luister naar uw lichaam!!
Borstvoeding via de sonde
In de volgende gevallen wordt de voeding via de sonde gegeven:
- Als uw kindje nog geen zuig- en/of slikreflex heeft of als het drinken hem te zeer vermoeid, zal de voeding via een maagsonde gegeven worden.
- Ook wanneer uw kind ademhalingsondersteuning krijgt, kan het vaak alleen gevoed worden met behulp van een sonde. Maar als hij zuurstof toegediend krijgt door een slangetje dat op de wangetjes is geplakt en voor de neus ligt (dit wordt een ‘snorretje’ genoemd), dan is drinken aan de borst wel mogelijk mits zijn conditie dit toelaat.
In al deze gevallen is het wel mogelijk om uw moedermelk af te kolven en via de sonde aan hem te (laten) geven. Het afkolven kan heel goed als hij bij u ligt of in de oefenhouding aan de borst ligt. Er ontstaat dan een associatie tussen moeder, borstvertrouwdheid en een gevulde maag.
Wat u zelf kunt doen
Wat bij een gezonde voldragen baby meestal spontaan gebeurt, moet bij een prematuur aangeleerd worden. Het kan best wel een poosje duren voor het voeden vlot gaat. Gun hem die tijd!
U kunt dit leren op een aantal manieren stimuleren:
- Door dagelijks een geurdoekje in de couveuse te leggen, dit kan een spuugdoekje zijn of een zakdoek die u (gedurende de nacht) bij u heeft gehad
- U kunt ook al meteen of in ieder geval snel kangoeroeën. Ook het huidcontact is namelijk erg belangrijk. Bovendien stimuleert het de melkproductie.
- Kangoeroeën kunt u combineren met kennismaken aan de borst. Vanuit de verticale (kangoeroe) positie legt u uw baby dan steeds wat verder horizontaal neer zodat zijn mondje ter hoogte van de tepel komt. U kunt de baby dan aan de borst laten likken en ruiken, sabbelen en voelen en als hij dat zelf wil (voedingssignalen) de borst laten pakken. Het happen naar de tepel is een eerste stap, het zuigen de volgende.
De kinderartsen hier hebben de regel dat de kinderen tot 34 weken alleen voeding via een sonde krijgen. Het kind mag wel aan een ”lege borst” oefenen. Afkolven vooraf is dan dus noodzakelijk.
Na al dit actief bezig zijn, kunt u daarna natuurlijk gewoon blijven kangoeroeën. Probeer langzamerhand wat verschillende houdingen uit als uw baby meer gaat reageren en actiever gaat meedoen.
Aan de borst
Meestal kan de prematuur vanaf ongeveer 34 weken aan de borst aangelegd worden, zonder dat er van tevoren afgekolfd hoeft te worden. De volgende stap is dan dat hij de borst blijft vasthouden en na het zuigen echt gaat slikken.
- Reken daarbij zeker op 5 minuten oefentijd voor het effectief starten van de voeding.
- Maak gebruik van zijn hap- en zoekreflex.
- Stimuleer met de tepel het bovenlipje, eventueel met een druppel (afgekolfde) melk op de tepel.
- Als hij de borst aangehapt heeft, is het soms moeilijk voor hem om de borst te blijven vasthouden. U kunt hem daarbij helpen door met de duim en wijsvinger de onderkaak te ondersteunen. (zie afbeelding).
Wij wegen voor en na het geven van de borstvoeding. Het wegen is uitsluitend bedoeld om te kijken of er naderhand eventueel nog andere voeding per sonde gegeven moet worden.
Als je de grootte van het hoofdje van de baby met de grootte van de borst vergelijkt lijkt het moeilijk om te verlangen dat hij de tepel en een gedeelte van de tepelhof in zijn mondje neemt. Maar ook een prematuur kan/moet leren om zijn mondje wijd open te doen.
Verwacht zeker niet dat hij vanaf dit moment wel alles uit de borst zal gaan drinken. Wees ook niet teleurgesteld als hij vandaag wel goed trekt en de volgende dagen het wat minder gaat.
Dit hoort allemaal bij het proces van het leren drinken en is dus niet verontrustend. Alles wat uw kindje aan de borst doet is heel erg knap want hij hoeft het tenslotte nog niet te kunnen.
Wel zult u zien dat het aantal keren dat hij echt zuigt steeds toeneemt. Let er maar eens op, u kunt dan zien dat hij echt wel vooruit gaat! Uiteindelijk zult u zien dat hij steeds meer voeding uit de borst zelf gaat drinken.
Kolven
Als u besloten hebt om borstvoeding te geven en uw kindje kan of mag nog niet zelf aan de borst drinken, dan zult u de melkproductie door middel van afkolven op gang moeten brengen. Het is voor het snel op gang komen van die melkproductie belangrijk om zo snel mogelijk na de bevalling te beginnen met kolven, het liefst binnen zes uur. In hoofdstuk 5.3 van het boekje “Borstvoeding en kolven” kunt u nalezen hoe dit in zijn werk gaat. In hetzelfde hoofdstuk staat ook het bewaren en vervoeren van borstvoeding beschreven.
Hoe vaak kolven?
Om de borstvoeding goed op gang te brengen en te houden, is het nodig om vanaf de bevalling minimaal zes keer per dag te kolven. Met name ‘s nachts kolven geeft een goede stimulans aan de productie. Maar als er ‘s nachts niet gekolfd wordt (bijvoorbeeld omdat u zelf ook aan uw rust toe wilt komen), is het belangrijk dat de tijd tussen de avond- en de ochtendsessie zo kort mogelijk is.
Als de melkproductie goed op gang is, kunt u na een paar weken het kolven eventueel terugbrengen naar 5x op een dag. En als de hoeveelheid melk terugloopt, kunt u weer een paar keer extra kolven.
Het is heel goed om bij een prematuur vanaf de eerste week een zelfde melkproductie te hebben als bij een op tijd geboren baby. U kunt dit zien als een investering voor de toekomst want:
- Uit een goed producerende borst drinkt uw kindje makkelijker.
- Door in het begin voor een soort ”overproductie” te zorgen, komt het hormoon dat zorgt voor de melkproductie op een goed niveau (zie 2.3 borstvoeding en kolven).
- Ook zal de hoeveelheid voeding op den duur heel snel omhoog gaan en dan bent u verzekerd van voldoende melk voor uw kindje.
Waar kunt u kolven?
Op de kraamafdeling van het ziekenhuis kunt u op uw eigen kamer kolven. U zult de eerste keer uitleg krijgen over het kolven van de (lactatie-) verpleegkundige (zie 5.5). Als uw conditie het toelaat, is het mogelijk en zelfs aan te bevelen om verder op de kinderafdeling in de buurt van uw baby te kolven.
Bewaren van moedermelk
Neem elke dag “verse melk” mee voor de volgende 24 uur. Op de kinderafdeling kan de verse moedermelk gedurende 48 uur in de koelkast bewaard worden. De koelkast staat in de voedingskeuken (tegenover de deur waardoor u naar binnen gaat).
De melk die (nog) niet nodig is, wordt op de kinderafdeling ingevroren zolang u in het ziekenhuis ligt. Omdat de vriescapaciteit op de afdeling beperkt is, verzoeken wij u niet teveel bevroren melk mee te nemen als u eenmaal thuis bent.
Bevroren voeding wordt alleen gegeven als er op dat moment geen verse melk meer voorradig is. Verse, niet ingevroren, melk heeft altijd de voorkeur. Door het invriezen verandert namelijk de samenstelling en dus de kwaliteit van de melk enigszins. Een gedeelte van de levende cellen gaat verloren. De antistoffen en andere beschermende bestanddelen blijven wel behouden.
Ontslag
U hoort tijdig wanneer uw kind naar huis mag. Wij bieden u de mogelijkheid (als de ruimte dit toelaat) om 24 uur voor ontslag “in te roomen”. Dit betekent dat u 24 uur samen met uw kind op een kamer verblijft. U kunt dan alle voedingen aan de borst geven en de gehele verzorging zelf uitvoeren. Zonodig kunnen wij u helpen en tips voor thuis geven. Ook kunt u dan een keer liggend aanleggen.
Thuis kan het soms allemaal wat anders verlopen dan u zou denken. Neem dan de tijd om aan elkaar te wennen en ga daarbij vooral op uw intuïtie af.
Voeding
Wanneer uw kindje na de voeding rustig is en zich na ongeveer 3 uur weer meldt, kunt u er meestal wel van uitgaan dat uw baby voldoende voeding krijgt. Bij iedere voeding moet er een goede natte luier zijn!
Voed kinderen met een laag gewicht in ieder geval nog iedere drie uur, als zij zichzelf nog niet melden.
Als uw kindje vaker komt om te drinken, is dit ook geen probleem. De pauzes tussen de voedingen door zullen vanzelf groter worden.
Als u vragen heeft of twijfelt omtrent zijn groei kunt u ook gebruik maken van de inloopspreekuren van Icare om hem een keer extra te laten wegen.
Als de baby bij ontslag nog niet aan beide borsten drinkt gedurende een voeding, wat vaak nog het geval is, blijft afkolven van de andere borst thuis noodzakelijk. Dit om te voorkomen dat de productie terugloopt.
Er kunnen zich “regeldagen” voordoen. Tijdens deze dagen kan uw kindje onrustig zijn en meer huilen dan u gewend bent. Als u hem dan naar behoefte aanlegt zal de melkproductie zich vanzelf weer aanpassen en zal het kind weer rustiger worden. De eerste regeldag is omstreeks 6 weken na de geboorte.
Aanvullende informatie
Fopspeen
Een fopspeen is een niet actieve manier van drinken die bij een prematuur gezien kan worden als oefenen met het zuigen. Ook wordt de fopspeen soms als troost gegeven. Wij zullen de fopspeen echter met terughoudendheid aanbieden. Als u bezwaar heeft tegen het gebruik van een fopspeen dan kunt u dit bij ons ook kenbaar maken. Als u nog in het ziekenhuis ligt, kunt u natuurlijk zelf komen om uw kindje te troosten en hem bij zuigbehoefte aanleggen, als zijn conditie dit toelaat. Als u thuis bent kunnen wij uw kindje op een fopspeen laten zuigen als er zuigbehoefte blijkt te zijn.
Breast Milk Fortifier
Sommige prematuren hebben behoefte aan extra voedingsstoffen (nutriënten). Zij krijgen na enige tijd moedermelk met Breast Milk Fortifier (BMF). Dit wordt echter alleen gegeven als de moedermelk anders wordt gegeven dan aan de borst.
Tepelhoedje
Sommige prematuren hebben moeite om het vacuüm aan de borst vast te houden en de tepel ver genoeg in hun mondje te blijven houden. Bij deze kinderen kan een tepelhoedje een oplossing zijn. Het opnieuw aanzuigen van de melk kan namelijk veel energie kosten die het kind zo hard nodig heeft.
Maak het tepelhoedje bij gebruik van te voren nat onder de kraan en klap het om. Zet het daarna op de borst zodat er direct een vacuüm optreedt waardoor er altijd melk achterblijft. Het blijft echter belangrijk om hem goed aan te laten happen. Dat wil zeggen, niet alleen het hoedje maar ook de tepelhof en de basis van het tepelhoedje moeten in de mond van de baby komen.
Let erop dat het hoedje niet platgedrukt wordt, anders zal het kind nog weinig tot niets uit de borst krijgen
Aan het gebruik van een tepelhoedje kleven ook nadelen. De borst wordt nooit helemaal geleegd zodat afkolven in de eerste weken altijd noodzakelijk blijft.
Bij langdurig gebruik van een tepelhoedje kan uw kindje er aan gaan wennen.
Flesvoeding
Als er langdurig bijgevoed moet gaan worden, wat bij prematuren meestal het geval is, zal er naast de sonde voor een fles gekozen worden. Het drinken uit een fles vraagt wel om een andere zuigtechniek dan drinken uit de borst. Maar het kind ervaart het wel op een manier die vergelijkbaar is met het drinken uit de borst, namelijk het achtereenvolgens moeten zuigen, slikken en ademen. Een prematuur heeft ook veel minder moeite om beide technieken te gebruiken.
De fles wordt op de volgende manier aangeboden:
- Gebruik een speen met een trage flow (Avent) , de melk mag alleen stromen als hij zuigt.
- Houd uw kindje goed rechtop.
- Houd de fles nagenoeg horizontaal zodat de speen net gevuld is met melk. Zonder de druk van de zwaartekracht zal het kind meer moeite moeten doen om de melk te krijgen, zoals dat ook bij de borst is.
- Gedurende de voeding heeft hij zijn mondje wijd open om de speen en is de onderlip naar buiten gekruld.
- Streel met de speen zachtjes over zijn onderlip. Wacht op het wijd openen van de mond (hapreflex) en het licht naar buiten komen van de tong voordat je de speen in zijn mondje doet.
Lactatiekundigen
In ziekenhuis St Jansdal zijn 3 lactatiekundigen (deskundigen op het gebied van borstvoeding) werkzaam voor zowel de kinder- als kraamafdeling.
Zolang uw baby in het ziekenhuis is opgenomen en na ontslag vanaf de kinderafdeling, kunt U met vragen en/of problemen over kolven en borstvoeding bij hen terecht.
Aanwezigheid lactatiekundigen:
maandag en donderdag van 08.00 tot 16.00 uur
T: (0341) 463409
E: lactatiekundigen@stjansdal.nl
Zij werken volgens afspraak. De afspraak kunt u maken via de verpleegkundige of secretaresse van de kraamafdeling:
bereikbaar van maandag t/m vrijdag
van 8.00 tot 17.00 uur
T: (0341) 463627.
Telefoonnummers
Hieronder volgen telefoonnummers en websites van enkele organisaties die voorlichting geven over het geven en stimuleren van borstvoeding. Sommige instanties organiseren inloopdagen voor moeders met een kindje aan de borst. Als u hier gebruik van wilt maken of vragen heeft omtrent de borstvoeding, kijk dan eens bij een van deze organisaties.
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk
T: (0343) 576626
www.borstvoedingnatuurlijk.nl
La Leche Leage International
T: (0111) 413189
www.lalecheleague.nl
Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen
T: 0900-5228284
www.nvlborstvoeding.nl
Ook de vereniging ouders voor couveusekinderen kan veel voor u betekenen. Zij hebben onder andere speciale speentjes voor de prematuur.
www.couveuseouders.nl
Nog een leuke site waar veel over borstvoeding te vinden is
www.borstvoeding.com