Chronische verstopping van je darmen en laxeermiddelen

Inhoud van dit artikel

    De dokter heeft vastgesteld dat jij last hebt van chronische verstopping van je darmen. We noemen dit ook wel chronische obstipatie. Dit komt veel voor bij kinderen. Bij bijna alle kinderen met dit probleem is er geen ernstige ziekte of afwijking in de darm die het veroorzaakt.

     

    Meestal is er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen waardoor het komt dat je last van verstopping hebt. Het is wel heel vervelend en kan soms lang duren.

    Als je klachten langere tijd aanhouden en niet goed worden behandeld, kan het ook steeds moeilijker worden om het goed te behandelen. Daarom is het belangrijk om de volgende dingen te doen:

    • Vezelrijk eten (vezels zitten in: volkoren producten, groente, fruit, peulvruchten en noten).
    • Voldoende drinken.
    • Laxeermiddelen. Laxeermiddelen gebruik je vaak langere tijd, soms wel jaren. Er zijn kinderen die na een aantal jaren van de verstopping afkomen, maar er zijn ook kinderen die er hun hele leven last van houden.

     

    Laxeermiddelen

    Er zijn veel verschillende soorten laxeermiddelen. In het St Jansdal krijg je bijna altijd van de kinderarts Forlax of Movicolon.
     

    Werking laxeermiddelen

    Na inname komt het laxeermiddel in de darm terecht. In de darm trekt het laxeermiddel vocht aan. Hierdoor wordt de ontlasting zachter. Het stimuleert ook de darmbewegingen van de dikke darm. Dit zorgt voor een laxerende werking. Het laxeermiddel wordt niet opgenomen in je lichaam, maar blijft in je darm en wordt met je ontlasting weer uitgescheiden. Daardoor heeft het laxeermiddel weinig bijwerkingen en kun je ze langere tijd gebruiken. Je darmen worden er niet lui van, ook niet als je de laxeermiddelen langer gebruikt. 
     

    Dosering laxeermiddelen

    Hoeveel je van het laxeermiddel moet gebruiken, is heel erg verschillend van persoon tot persoon. Je moet dit zelf gaan ervaren als je start met de laxeermiddelen. In de volgende gevallen past de kinderarts de dosering aan:

    • Als de dosering, die de kinderarts heeft voorgeschreven, te weinig effect heeft en je niet elke dag ontlasting hebt.
    • Als je ontlasting hard blijft.
    • Als je nog steeds veel buikpijn blijft houden.

     

    Verhogen dosering

    De dosering moet worden opgehoogd totdat het goede effect is bereikt. Je weet of het goed is wanneer je iedere dag ontlasting hebt en je ontlasting zacht en brijig is. Dit kan wel 1 á 2 weken duren.
    Wanneer je net start met de laxeermiddelen kan het zijn dat je meer buikpijn krijgt. Dit gaat over als de ontlasting goed op gang is gekomen. Als de ontlasting goed op gang is, moet je niet stoppen met het laxeermiddel. Je gaat door met de hoeveelheid die het goede effect geeft.
     

    Verlagen dosering

    Als je ontlasting waterdun wordt, moet je niet stoppen met het middel maar de dosering langzaamaan verlagen totdat je ontlasting meer gebonden is. Hierbij hoef je geen gevormde keutels te hebben, maar een brijige hoop ontlasting. Het liefst heb je dit één keer per dag, maar twee of drie keer per dag mag ook.
    Je mag het laxeermiddel langzaam verminderen wanneer je lange tijd het laxeermiddel gebruikt en je klachten van buikpijn, moeizaam poepen of pijn bij het poepen helemaal over zijn. Je mag nooit gelijk stoppen met het middel zonder overleg met de huisarts of kinderarts.

     

    Voor ouders

    Als het laxeermiddel dat voorgeschreven is voor uw kind bijna op is kunt u een herhalingsrecept halen bij uw huisarts.

     

    Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar

    Een opname in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundigen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk informatie geven over de opname. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren of hoe de dingen gaan, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouder(s) lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt.
     

    Wie beslist: jij, je ouders of samen?

    Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO).

     

    Ben je ouder dan 12 jaar?

    Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij/zij gaat doen. Jij en je ouder(s) moeten allebei toestemming geven voor een behandeling of onderzoek. Als jij en je ouder(s) het niet met elkaar eens zijn, dan zal de arts met jullie in gesprek gaan om te kijken of jullie tot een gezamenlijke overeenstemming kunnen komen. Als dit niet lukt, zal gekeken worden door de arts of de onderzoeken en behandelingen uitgesteld kunnen worden tot na je 16e levensjaar. Wanneer de behandeling of onderzoek niet kan worden uitgesteld, beoordeelt de arts of jij voldoende in staat bent de beslissing zelf te nemen. Dat neemt de arts mee in zijn uiteindelijke besluit. Lees er meer over op: www.jadokterneedokter.nl

     

    Ben je 16 jaar of ouder?

    Dan beslis je zelf. Alleen jouw toestemming is nodig. De arts mag informatie alleen met jouw toestemming geven aan je ouder(s). Het advies is wel om je ouder(s) te betrekken bij de besluiten die je neemt, omdat een keuze soms moeilijk is en grote gevolgen kan hebben.

    Lees er meer over op: www.jadokterneedokter.nl
     

    Ken jij onze kinderwebsite al?

    Kijk op www.stjansdalkids.nl voor filmpjes, foto’s en tips. Zo ga je nog beter voorbereid naar je afspraak.